Iedereen die een kind krijgt gaat er vanuit dat hij of zij een heel lief kindje is en blijft. Toch gaat het in werkelijkheid nog wel eens mis en verandert het kind in een schreeuwend, boos en driftig kind. Sommige kinderen krijgen hevige woedeaanvallen waar ouders zich soms geen raad mee weten. Het is natuurlijk wel zaak om erachter te komen waar dit gedrag vandaan komt. Als je de oorzaak kent is er misschien ook een oplossing in zicht.
Sommige kleine kinderen hebben er als baby zijnde al last van. Als ouders zijnde is het noodzakelijk om de rust te bewaren en zelf kalm te blijven.
Hoe woedeaanvallen voorkomen kunnen worden
Woede is veel heftiger dan boosheid en is ook niet goed in de hand te houden. Mensen die het overkomt weten zelf vaak achteraf ook niet waarom het zo uit de hand is gelopen.
Elk mens groot en klein krijgt te maken met verschillende soorten emoties. Het is zaak dat bepaalde emoties niet de boventoon gaan voeren. Dat doe je door je emoties op tijd te uiten. Leer kinderen te praten over verdriet, teleurstelling, boosheid en onvrede. Daarmee voorkom je dat emoties te hoog oplopen, en dat uiten in een woedeaanval of woede uitbarsting. Geef je kind de ruimte en de tijd om te vertellen wat hem of haar bezighoud.
Zelfs kleine kinderen kun je aan de hand van emoticons de verschillende emoties leren.
Wat is de oorzaak van kinderen met woedeaanvallen? En wat kun je er aan doen?
Woedeaanvallen kunnen vele oorzaken hebben:
Gezondheid
Het kan zijn dat er met de gezondheid van het kind iets aan de hand is. Dit kan iets lichamelijks zijn maar ook iets van psychische aard. Wanneer je heel erg twijfelt en niet weet waar de huilbuien vandaan komen, bespreek dat dan eens met je huisarts. Probeer uit te sluiten dat er geen ziekte aan ten grondslag ligt.
Je kind krijgt altijd zijn zin
Sommige kinderen krijgen altijd hun zin en hebben nooit geleerd wat “nee” betekend. Wanneer je het kind verwend en in alles zijn zin geeft, vindt een kind dat op een gegeven moment een vanzelfsprekendheid. Ja zeggen is veel gemakkelijker maar niet altijd de beste keuze. Een kind moet leren rekening te houden met anderen en dat wordt moeilijk als het in alles zijn krijgt.
Teveel prikkels
Soms krijgen kinderen teveel prikkels, die ze niet kunnen verwerken. Overlaadt het kind niet met teveel verplichtingen. Daarbij kun je denken aan teveel en te vaak naar sportclubs, of dingen die moeten.
Laat je kind vrij zijn zodat het zijn fantasie kan gebruiken.
Schreeuwende ouders
Wanneer ouders veel schelden en schreeuwen tegen elkaar, weet een kind niet beter dan dat het zo blijkbaar hoort. Kinderen kijken en doen naar wat ouders doen. Zij zijn hun voorbeeld.
Angstig kind
Sommige kinderen huilen en schreeuwen omdat ze extreem angstig zijn. Probeer uit te zoeken waar het kind zo bang voor is. Is het fantasie of is het werkelijkheid? Troost je kind en probeer het door veel dingen zelf te laten doen aan te moedigen en daarmee zelfvertrouwen mee te geven.
Leer je kind het verschil tussen wat echt en niet echt is.
Wanneer kinderen nog heel erg klein zijn (dreumes) kunnen ze boos worden omdat iets niet lukt of omdat ze iets heel graag willen maar dat nog niet kenbaar kunnen maken.
Ontdekkingstocht peuters
Driftbuien bij peuters ontstaan vaak omdat zij de wereld gaan verkennen en daarbij de grenzen opzoeken. Je kent het misschien wel, kinderen die heel lief staan te lachen, je uitdagen, en dan toch doen wat ze zelf willen. Krijgen ze hun zin niet of worden ze terecht gewezen dan kan dat ontaarden in woedeaanvallen. Het is ook een lastige leeftijd omdat ze nog niet begrijpen waarom iets wel of niet kan.
Het beste kun je deze woedeaanval gewoon negeren. Ga je er wel elke keer een punt van maken dan krijgt het kind negatieve aandacht en zal het zijn woedeaanval gebruiken om aandacht te krijgen. In dat geval zullen deze buien alleen maar toenemen.
Verandering van omgeving
Verandering van omgeving kan ook huilbuien tot gevolg hebben. Kinderen die naar een kinderdagverblijf worden gebracht, naar een nieuwe groep worden overgeplaatst of naar een andere school gaan raken hun vertrouwde, veilige plekje kwijt en moeten wennen aan een nieuwe omgeving.
Troost het kind en vertel dat je het begrijpt.
Eigenzinnig gedrag
Oudere kinderen (pubers) vertonen vaak eigenzinnig gedrag wat kan leiden tot conflicten en de daarmee gepaard gaande boosheid. Ga het gesprek aan en laat je kind uitspreken. Als er veel mis is gegaan zou je samen kunnen kijken hoe het kind jouw op een betere manier duidelijk kan maken wat hem dwars zit. Zoek naar een manier om samen op een rustige manier te kunnen praten.
Probeer je ook te verplaatsen in zijn of haar belevingswereld.
Een keertje boos zijn is niet erg
Iedereen heeft het recht om wel eens boos te zijn. Dat overkomt ons als volwassene ook. Het is een emotie die bij het leven hoort.
Vanaf de kleuterleeftijd is het wel mogelijk om gesprekjes te voeren met je kind. Praten helpt als je kind boos is maar wacht daarmee wel tot het kind weer rustig is. Sommige kinderen verwarren boosheid nog wel eens met teleurstelling of zich verdrietig voelen. Probeer er achter te komen wat er precies aan de hand is en leer je kind de verschillen.
Boeken over dit onderwerp
Misschien ben je soms zo radeloos dat je meer wil weten. Lees dan eens een boek en wie weet helpt dit je bij een mogelijke oplossing.